Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen werkt mee aan het marternetwerk van het INBO (*)
Marterachtigen hebben een zeer verborgen levenswijze. Rechtstreekse observatie in het veld is doorgaans heel toevallig. Onderzoek van levende dieren is vrij moeizaam. Onderzoek van dode dieren opent wel veel mogelijkheden: behalve een juiste determinatie geeft een ‘ecologische autopsie’ meer info over ecologie en populatiedynamiek. Zo geeft analyse van de maaginhoud een concreet beeld van het dagelijkse menu en de plaats van de ‘predator’ in het ecosysteem. Voortplantingsstatus, conditie en leeftijd kunnen bepalen of het al dan niet gaat over een individu in populatieverband of we te maken hebben met een ‘toevallige’ zwerver.
Staalname van weefsels en organen laat toe de mogelijke verspreiding van voedselcontaminanten zoals zware metalen en PCB’s in kaart te brengen. Tevens kunnen ook de genetische kenmerken van de populatie worden bestudeerd. Geen van onze inheemse marterachtigen mag opzettelijk gedood worden (geen jacht, geen bestrijding), en dus is het inzamelen van verkeersslachtoffers de enige mogelijkheid om over dode exemplaren te beschikken. Een beetje luguber, maar heel noodzakelijk.
Er werd een netwerk opgericht van vrijwilligers die deze dode dieren willen ophalen en in de juiste omstandigheden bewaren. Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen maakt deel uit van dit netwerk en beschikt over de nodige vergunningen en een diepvriezer om dode marterachtigen op te halen en te bewaren. We verzamelen alle soorten marterachtigen, met uitzondering van steenmarters. Van deze soort zijn er al voldoende onderzocht.
Absoluut prioritair zijn alle – al dan niet vermeende – boommarters! De staat van het dode dier speelt daarbij geen enkele rol (platgereden vel, verregaande ontbinding,…).
Na een telefoontje (03 541 58 25) of email (antwerpennoord@natuurpunt.be) met een exacte plaatsvermelding komen wij het dier zo vlug mogelijk ophalen en bewaren we het gekoeld in afwachting van verder onderzoek.
We bestuderen niet enkel dode marters, ook levende exemplaren verdienen onze aandacht. Zo brengen we de plaatselijke populatiegrootte in kaart aan de hand van individuele herkenning van borstvlekken (borsttekening). Zo worden nu bijvoorbeeld ook (als het nog mogelijk is) van verkeersslachtoffers de keelvlek gefotografeerd om zo hun eventuele oorsprong te achterhalen.
We hopen dat dit mensen stimuleert om mee te werken aan natuurstudie door niet enkel verkeerslachtoffers binnen te brengen, maar ook aan cameravalstudie deel te nemen. Ook hiervoor kan je bij ons terecht.
(*) INBO: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek