Hoewel reeds lang bekend was dat de Antwerpse fortengordel een bijzondere aantrekkingskracht heeft op overwinterende vleermuizen, rijpte pas in het midden van de jaren ’90 bij enkele vrijwillige medewerkers van Natuurpunt Antwerpen Noord het idee om ook iets rond het Fort van Brasschaat te ondernemen.
Moeizaam begin
De eerste contacten met Defensie verliepen echter moeizaam. Hoe konden wij ‘burgers’ weten dat er op ‘verboden militair domein’ vleermuizen overwinterden? Ontkennen dat wij ooit stiekem op het fort waren geweest, zat er niet meer in. Wij hadden aan de kampcommandant net een dossier toegezonden met een overzicht van de overwinterende vleermuizen en een voorstel van enkele beheermaatregelen.
Na het inkijken van het beheerplan, door Defensie, mochten we af en toe eens gaan kijken naar de vleermuizenpopulatie. Inmiddels was het fort ook aangewezen als Europees Habitatrichtlijngebied voor overwinterende vleermuizen. Vleermuizenbescherming en militair gebruik bleken uiteindelijk wel verzoenbaar en in 2000 kreeg Natuurpunt een officiële concessie van Defensie om het Fort van Brasschaat te beheren als vleermuizenreservaat.
Vandalisme en verstoring
Van zodra de concessie een feit was, konden we aan de slag gaan om het gebouw nog interessanter te maken voor overwinterende vleermuizen. Fase één in het beheer was het terugdringen van vandalisme en verstoring. Ondanks het feit dat het Fort van Brasschaat een verboden militair gebied is, maakten vele jeugdgroepen gebruik van het gebouw voor allerlei doeleinden.
Gevolg: niet alleen de slapende vleermuizen werden voortdurend verstoord. Het fortgebouw zelf puilde uit van allerlei afval en stort. De eerste jaren nadat het fort in beheer werd genomen, sleurden tientallen vrijwilligers van Natuurpunt vele tonnen afval uit het fort. Ook het vrij houden van de fortgracht, die voortdurend werd vol gegooid met bomen en ander stevig materiaal om de toegang tot het fort te beletten, was een zwaar labeur.
Inrichting voor vleermuizen
De doelstellingen van de herinrichtingen zijn vooral het voorkomen van tocht en het behouden van een constante temperatuur en vochtigheidsgraad in het fort.
In tegenstelling met het beeld dat we veelvuldig zien in natuurdocumentaires, hangen onze inheemse vleermuizensoorten immers niet in groepen van honderden individuen aan de muren te slapen. Integendeel: ze kruipen liefst zo beschut mogelijk in allerlei kieren en gaten.
Met respect voor de cultuurhistorische waarde van het fortgebouw werden verschillende ingrepen gedaan zoals het dichten van gaten en scheuren, het openmaken en restaureren van watergangen, het plaatsen van holle bakstenen. Verder werden er speciale deuren, met invliegopeningen voor vleermuizen, geplaatst om het klimaat in het fort beter te kunnen regelen.
De resultaten van deze inzet mogen gezien worden. Sinds de start van de tellingen van overwinterende vleermuizen in het fort steeg het aantal van 320 naar meer dan 700!
Met ruim 350 exemplaren is de watervleermuis nog steeds de algemeenste soort in het Fort van Brasschaat. Verder overwinteren er jaarlijks gemiddeld meer dan 140 franjestaarten, tientallen baardvleermuizen, grootoorvleermuizen en dwergvleermuizen. Zelfs de ingekorven vleermuis en de meervleermuis zijn vaste wintergasten van het fort geworden!
Winterhotel voor vleermuizen
Een ideaal winterhotel voor vleermuizen is het Fort van Brasschaat zeker! Met meer dan 700 overwinterende vleermuizen (telling 2007) behoort het tot de top drie van de beste vleermuizen-forten in Vlaanderen.
Dat weten we omdat we, in overleg met het ministerie van Defensie, de overwinterende vleermuizenpopulatie in het Fort van Brasschaat jaarlijks tweemaal tellen. Een tijdrovend, moeilijk en dus niet zo’n eenvoudig karwei dat door een groep enthousiaste ‘vleermuizentellers’ wordt uitgevoerd.