Rugstreeppad: één van de paraplusoorten van het Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven
Een speciale duinbewoner is de rugstreeppad (Epidalea calamita), een herkenbare paddensoort met een dunne gele streep op zijn rug. Hij heeft opvallend korte poten waardoor hij niet zo’n goede zwemmer is, maar wel een goede sprinter! Tijdens de paartijd produceren de mannetjes een schelle ratelende roep om een vrouwtje te lokken. De roep is enigszins te vergelijken met de zang van een nachtzwaluw of van de veenmol en wordt er soms mee verward. De rugstreeppad verkiest als primair leefgebied heideterreinen en duinen en komt in Vlaanderen dan ook vooral in de Kempen en aan de kust voor.
Door het groot aanbod aan open zandige terreinen komt de rugstreeppad in het Antwerps havengebied zowel op publiek toegankelijke als op private terreinen voor. Vooral op linker Scheldeoever zijn er grote populaties terug te vinden. De verspreiding op rechteroever is minder bekend omdat hier moeilijker te inventariseren valt op de afgesloten industrieterreinen.
Op beide oevers worden maatregelen genomen voor deze soort, zoals de aanleg en optimalisatie van poelen. Andere maatregelen zijn in functie van ontsnippering, beheer en onderzoek.
In het kader van de werken voor de Oosterweeltunnel werden de voorbije jaren honderden larven en juveniele rugstreeppadden getransloceerd naar het natuurgebied Bospolder in Ekeren die deels is opgespoten met fossiel schelpenzand.
Het had heel wat voeten in de aarde om de nodige vergunningen te bekomen voor het graven van bijkomede poelen. Gelukkig kon er met Vleemo NV en met Group Van Wellen NV een akkoord worden bereikt om hun procedures voor de Raad voor Vergunningsbewistingen stop te zetten. Zij vreesden onterecht voor beperkingen op hun toekomstig bedrijfsactiviteiten in het aangrenzende logistiek park Luithagen.
De graafwerken voor 5 bijkomende poelen in de Bospolder en Muisbroekbosjes gaan eerstdaags van start. Voor de rugstreeppadden net op tijd om hun nieuwe voortplantingspoelen te ontdekken.